166 hectare naaldbos omvormen naar gemengd loofbos zonder kaalkap

Een bezoek aan het ANB- domeinbos Heiwijk (Zutendaal en Maasmechelen) bracht niet alleen een bijzondere ontmoeting met bevlogen boswachter Steve Cox, maar ook een goed beeld van hoe je van naaldbos een gemengd loofbos maakt zonder eerst alles kaal te moeten kappen. ‘De sleutel, zegt boswachter Steve, ligt in de keuze voor vaste ruimingspistes, toekomstbomen en kloempen inheems loofhout’.

 Nou breekt mijn kloemp??!

Aanplant winterlinde

Inderdaad, wat was een kloemp nou ook weer? ‘Dit is een groepje bomen van dezelfde soort die dicht bij elkaar worden geplant’, legt de boswachter uit. Zoals overal in de natuur volgt dan een ‘struggle for life’. Bomen van dezelfde soort kennen een gelijk groeiritme dus overwint uiteindelijk het sterkste boompje. “There can be only one”, weet je wel, citeert boswachter Steve uit de film Highlander. Dit wordt dan uiteindelijk een “toekomstboom”. Een boom die we als beheerder zullen helpen door ongeveer om de 10 jaar bomen die er te dicht bij staan te kappen’. ‘In dit project gebruikten we per kloemp 25 bomen op een onderlinge afstand van 1 meter’.

 

 695 ‘eco2eco-kloempen’ de grond in
Heiwijk is een domeinbos en wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid. Heiwijk (eigenlijk een verzamelnaam voor 3 bossen) is een van de 14 domeinbossen in de provincies Limburg en Antwerpen, waar dankzij het Interreg eco2eco project kloempen inheems loofhout onder naaldbomen (vooral grove den en Corsicaanse den) werden geplant. In Heiwijk alleen al gingen 130 kloempen de grond in! In de 14 bossen samen werden  18.630 boompjes aangeplant in 695 kloempen. Ook werden ratelpopulieren individueel verspreid geplant, dus niet in kloempen. Hun bladval zorgt voor een zacht, gemakkelijk verteerbaar strooisel, wat de kwaliteit van de humus van de bossen op arme zandgronden zal verbeteren. De totale oppervlakte van de bestanden waarin werd geplant bedraagt ruim 166 hectare.

Niet lukraak, maar volgens een doordachte strategie
Boswachter Steve vertelt ons hoe zo’n aanplant precies in zijn werk gaat. De boompjes worden namelijk niet zomaar in het wilde weg ingeplant. In dit geval ligt er een omvormingsstrategie aan de basis van de aanplant. ‘We hebben eerst vaste ruimingspistes aangeduid (zie de dubbele blauwe streep op de boom). Machines die bij de houtoogst worden ingezet zullen in de toekomst nooit meer van die pistes mogen afwijken. Vervolgens selecteerden we uit de grove of Corsicaanse dennen in de bovenetage een beperkt aantal toekomstbomen en hebben we andere dennen die te dicht bij de toekomstbomen groeien en de ontwikkeling van hun kroon verhinderen, aangeduid om te kappen. In het bos krijg je zo plekken met meer schaduw en andere plekken met meer licht. De kloempen zijn aangeplant op voldoende afstand van de toekomstbomen en ruimingspistes.

Collectieve wildbescherming

Als alles goed gaat staan daar dan binnen 100 – 200 jaar nieuwe toekomstbomen, maar dan wel loofbomen. Bij de soortenkeuze hebben we rekening gehouden met de beschikbare hoeveelheid licht en wat de bodem biedt én nodig heeft. Zo kozen we bijvoorbeeld ook voor een zeker percentage winterlinde omdat deze net zoals de ratelpopulier met zijn wortels mineralen van diep onder in de bodem haalt en ze via zijn bladstrooisel teruggeeft aan de oppervlakte. Het is een echte omvormingsmotor die een gunstige invloed zal hebben op de zandbodem in deze naaldbossen. Om de jonge boompjes goed te beschermen, experimenteren we vanuit eco2eco bovendien met allerlei soorten wildbescherming.

Individuele wildbescherming

Van eerst alleen (her)bebossing, nu uitbreiden met omvorming
‘We hadden al ervaring met het aanplanten van kloempen bij bebossing en herbebossing’, vertelt boswachter Steve. ‘Dankzij het Interreg project eco2eco konden we het concept uitbreiden naar omvorming van naaldbossen op zandgrond zonder ze eerst kaal te kappen. Deze eerste lente na de aanplant lijkt het erop dat alle boompjes goed aanslaan en bovendien is het een prettige manier om de verjonging gericht in te zetten binnen ons beheer’, besluit deze enthousiaste boswachter zijn verhaal.